Oom Dagobert onderneemt weer een project om zijn toch al niet geringe rijkdom te doen groeien. Hij trekt met Donald en de neefjes de woestijn in om oude, waardevolle indiaanse speerpunten te verzamelen. Ze komen bij toeval op het spoor van veel grotere schatten: de mysterieuze steden van Cibola…
Hoewel Dagobert Duck al voor de eeuwwisseling geboren moet zijn, is hij voor het eerst gesignaleerd in een stripverhaal dat in 1947 in een Amerikaans blad verscheen. Het verhaal was geschreven en getekend door Carl Barks, een striptekenaar die van 1942 tot 1966 vele schitterende verhalen van de Duckfamilie maakte. Dagobert Duck is van Schotse afkomst en heeft zijn immense rijkdommen vergaard in de goldrush in het barre noorden van Alaska. Sinds die tijd bewaakt hij nauwlettend zijn geld dat hij in gigantische pakhuizen heeft opgeslagen. Hij is er steeds op uit om zijn rijkdom te vergroten, maar veel meer dan het geld tellen of erin duiken of zwemmen doet hij er niet mee. Oom Dagobert blijft met al zijn centen arm en eenzaam… De vrekkige oom van Donald Duck liet zich in 1952 voor het eerste in Nederland zien, in een van de eerste nummers van het weekblad Donald Duck.