‘HIJ HEEFT ONS OPGESLOTEN!’ schreeuwde Julius. Ze renden met z’n allen naar de deuren en probeerden ze open te klauwen. Maar het was te laat. Imhotep had ze levend begraven.’
Julius Zebra vaart op zee met zijn vrienden op zoek naar Septimus. Hij is Julius oude baas, die dierengladiatoren traint en een echte schurk is. Ze komen terecht in een heftige storm en stranden. Als ze de omgeving verkennen, ontdekken ze honderden krokodillen. Maar dan komen er plotseling soldaten aan, die denken dat ze spionnen zijn. Julius vertelt ‘We zijn geen idioten uit Idiotenland, hoor. We zijn GLADIATOREN en VLUCHTELINGEN, uit ROME!’ De soldaten geloven er niks van en willen hen nog steeds snel afmaken. Totdat Julius verder gaat met zijn toespraak en het begint te regenen. De soldaten vallen op hun knieën en geloven dat Julius, Heter, de paardengod is.
Ze willen hem de nieuwe Farao maken van Egypte. Zal dit lukken en hoe lang zal dit goed gaan?