Een aantal Donald Duck strips dat in de jaren veertig, vijftig en zestig ontstond is klassiek geworden, omdat tekenwerk en verhaal bijzondere kwaliteiten vertoonden. Deze verhalen werden getekend en geschreven door een man: CARL BARKS. Hij is de man die Duckstad bedacht en daarin haar prominentste inwoners plaatste, zoals Dagobert Duck, Guus Geluk, de Zware Jongens, Buurman Bolderbast, Zwarte Magica en de uitvinder Willie Wortel en zijn hulpje Lampje. Carl Barks werd op 27 maart 1901 geboren in Merrill, in de staat Oregon. Hij maakte de middelbare school niet of en probeerde aan de slag te komen als cowboy, houthakker, metaalarbeider, kippenboer, timmerman en wat al niet meer. Nadat hij tevergeefs een carrière als freelance cartoonist had proberen op te bouwen, solliciteerde Barks in 1935 bij de Walt Disney Studio’s, waar hij werd aangenomen als tekstschrijver voor korte tekenfilms. Tijdens de oorlogsjaren overtuigde Barks de leiding van de Studio’s van zijn schets- en tekentalent. Barks was echter niet gelukkig met zijn vaste baan bij Disney. Hij verliet de studio in 1942 en begon een freelance bestaan als tekenaar van Duckverhalen, hetgeen hij tot zijn pensioen in 1966 volhield. Duizenden strippagina’s met Donald en zijn vrienden in de hoofdrollen heeft Barks in die periode vervaardigd. Alle verhalen in deze albumreeks, die in 1975 van start ging zijn door Barks geschreven, geschetst en voor het merendeel in inkt gezet. Op 25 augustus 2000 overleed Carl Barks, een half jaar voordat hij zijn honderdste verjaardag zou vieren. Hij heeft de wereld een onvergetelijke erfenis nagelaten in de vorm van meer dan 6300 pagina’s stripverhalen, die over honderd jaar ongetwijfeld nog even populair zullen zijn als nu!
Donald Duck als moerasgast (31)
€5,50
In het openingsverhaal van dit stripalbum gaat Donald met de neefjes op zoek naar avontuur in de onbetreden moerasgebieden achter Duckstad. Daar krijgt Donald zijn langverwachte spanning als hij in contact komt met de gnoebels. Een raadselachtig moerasvolkje. Deze wezentjes zijn zeer goedaardig, totdat Donald besluit om een gnoebel mee te nemen naar Duckstad. Dan blijken deze schepseltjes over verrassende eigenschappen te beschikken: in noodgevallen groeien ze uit tot enorme reuzen met superkracht. Bovendien zijn de gnoebels er ook toe in staat Donald en de neefjes alle hachelijke avonturen te laten vergeten… Dit verhaal werd voor het eerst gepubliceerd in 1945, het tweede verhaal in dit album stamt uit 1944 en de andere twee uit 1945.
Op voorraad
Schrijver |
---|