Terwijl de maan ondergaat, voelt Onnoval zijn oren slinken. De vacht trekt zich terug in zijn huid. ‘Wat ben jij voor duivelswezen!’ Zijn aanvaller deinst naar achteren. Onnoval ziet de angst en afschuw op zijn gezicht. Dan rijdt een karavaan van grommende auto’s de straat in. Vlak naast Onnoval stopt een reusachtige bus, beschilderd met vampiers, weerwolven, spoken en andere nachtwezens. De koplampen lijken de ogen van een monster. Knarsend schuift het portier open…
Als Onnoval op een vollemaannacht gewond raakt, wordt hij ontvoerd door de Griezelbus. Hij komt in een woonwagenkamp terecht waar vreemde figuren rondlopen. Zij noemen zichzelf de Reizigers. In zijn koortsdromen ziet hij gezichten die hem vaag bekend voorkomen: een meisje met zwart haar, kinderen met doorlopende wenkbrauwen, en… Ferluci. Vanuit de Andere Werkelijkheid echoot zijn stem in Onnovals spitse oren. ‘Nog even en dan is je zieltje van mij, Onnoval…’
Ondertussen maakt Liselore zich grote zorgen. Onnoval is in gevaar! Ze haalt Gino over om Onnoval te helpen zoeken. En Izzy kan autorijden. Zegt hij. Maar het autootje raakt van de weg af. Zijn ze op tijd om Onnoval te redden?
Paul van Loon schrijft boeken voor kinderen van 7 tot 99 jaar. Dat doet hij al meer dan 35 jaar. Miljoenen kinderen in binnen- en buitenland kennen zijn boeken over Dolfje Weerwolfje, Foeksia de miniheks en over de Griezelbus. Zelf houdt hij het meest van griezelverhalen, gekke verhalen en grumorverhalen (dat is een combinatie van de eerste twee). De ideeën daarvoor haalt hij uit de Andere Werkelijkheid, die hij betreedt wanneer hij ’s nachts schrijft.